Kenmerkend voor Het Groene Woud is de enorme afwisseling in het landschap. Van de schrale heide en vennen in de Kampina tot voedselrijke populierenbossen in De Scheeken en bloemrijke graslanden en moerassen in het Dommeldal. Buiten de natuurkern ligt een afwisselend agrarisch cultuurlandschap. Een landschap dat wordt doorsneden door de Dommel en beken als de Beerze, Reusel en Rozep. Juist deze variatie in het landschap vormt de basis voor een grote biodiversiteit.
Het Groene Woud vormt ook een ideale leefomgeving voor talloze dieren. Van groot tot heel erg klein. Van tam tot bijna ongrijpbaar wild. Typisch voor het gebied zijn de brandrode runderen, lakenvelders en Brabantse boerenhoenders. Maar onder de veertig wilde soorten zoogdieren zijn ook exemplaren te spotten, zoals de steenmarter, ondergrondse woelmuis, das en de ingekorven vleermuis.
In 2017 heeft Brabants Landschap samen met ARK Natuurontwikkeling het edelhert teruggebracht in Het Groene Woud. De dieren leven in de gebieden Scheeken en Mortelen, aan weerszijden van de A2. In 2020 is het leefgebied in de Mortelen uitgebreid, met de bouw van een natuurbrug over het spoor Eindhoven-Den Bosch. Op deze pagina vind je alle informatie over de edelherten in Het Groene Woud.
In Het Groene Woud leven minstens zo’n 120 vogelsoorten. Broedvogels zoals de geelgors, slechtvalk, grauwe klauwier, blauwborst, nachtegaal, houtsnip, ooievaar, kleine bonte specht, middelste bonte specht, boomvalk, kerkuil, wespendief en de wulp. En in de winter ook gasten als de visarend, kraanvogel, klapekster, blauwe kiekendief, taigarietgans, vale gier en de zwarte ooievaar.
De vlinders zijn niet te tellen in Het Groene Woud. De dagvlinders zijn nog bescheiden vertegenwoordigd met ‘maar’ 33 soorten, waaronder de grote weerschijnvlinder, kleine ijsvogelvlinder, bruine eikenpage, het gentiaanblauwtje, bont dikkopje en het heideblauwtje.
Van de nachtvlinders fladderen er naar schatting wel 1.000 tot 1.500 soorten rond. Zo kun je in het donker op zoek gaan naar de rietspinner, pauwoogpijlstaart, nachtpauwoog, roodbandbeer, roodbont heidevlindertje, dennenpijlstaart, horzelvlinder en de grote hageheld.
Kevers, landslakken en zoetwaterslakken, watervlooien en sieralgen, hagedissen en hazelwormen. Behalve meer dan 600 soorten loopkevers kruipt en krioelt er heel wat in Het Groene Woud en er klinkt ook aardig wat geritsel en gekwaak. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de kamsalamander, vinpootsalamander, bruine kikker, heikikker, kleine groene kikker en de middelste groene kikker.
In editie nr. 402 (voorjaar 2015) van Spirula, correspondentieblad van de Nederlandse malacologische vereniging staat een artikel van Kees Margry (medewerker van Stichting Streekhuis Het Groene Woud): 'De Scheeken in Het Groene Woud', waarin hij onder meer ingaat op De Scheeken als slakkenparadijs.
Het artikel is hier te downloaden.
Artikel: Spinnen uit de leembossen van Het Groene Woud
In 2014 is het adviesrapport 'De komst van de wolf in Het Groene Woud' verschenen, met een analyse over de mogelijke vestiging van de wolf in Het Groene Woud. Het rapport is hier te downloaden.