U bevindt zich hier: Home > Organisatie > Nieuws > Nieuwsarchief > Een waardevol avontuur: 35 Carbon Valley Duinboeren op studiereis naar Ierland
Van 5 tot en met 8 september jongstleden reisden 35 Duinboeren en –boerinnen, veelal deelnemers aan het project Carbon Valley, af naar Ierland. Doel: met eigen ogen zien hoe Ierse boeren bezig zijn met bodemkwaliteit en grasgebruik, kennis uitwisselen en zo tot nieuwe ideeën en inzichten komen. Het werd een waardevol avontuur. “Iedereen heeft zijn eigen manier van werken. Van elkaar leer je het allermeest.”
Als eerste werd het melkveebedrijf van boer Joe Hayden bezocht. Zijn ‘Baileys ladies’ zijn de melkleverancier voor de welbekende Ierse roomlikeur Baileys. Hayden vertelde zijn Nederlandse bezoekers gedreven over zijn weidegang en over het nagenoeg volledige grasrantsoen voor zijn koeien gedurende bijna het hele jaar, wat in Ierland gebruikelijk is. Krachtvoer wordt er weinig gebruikt en Hayden noemt zijn gras dan ook ‘het groene goud’. Een langer weideseizoen verlaagt de emissie van broeikasgassen: vers gras bevat meer eiwit en is beter verteerbaar voor de koe dan kuilvoer. Dit leidt tot minder energieverlies in de vorm van methaan. Daarnaast is er minder drijfmestopslag en minder uitrijden nodig. Dit verlaagt de kostprijs enorm. Al met al een interessante werkwijze voor de Nederlandse Duinboeren die druk bezig zijn met het verlagen van hun CO2-voetafdruk binnen het project Carbon Valley.
Joe Hayden vertelt over zijn 'Baileys Ladies'
Jos van Esch (55) en zijn vrouw Caroline (53) zijn melkveehouders in Helvoirt. Hun bedrijf bestaat uit 65 melkkoeien, 25 stuks jong vee en 30 hectare land. Als Duinboeren namen ze deel aan de reis naar Ierland. “Ik was onder de indruk van wat we bij boer Hayden zagen”, vertelt Van Esch. “De wei was echt prachtig groen en er was geen vuiltje in te bekennen. De koeien waren mooi donker. Het geheel was een plaatje.”
Hayden heeft behalve een fraaie veestampel ook een slim, commercieel bedrijfsconcept. Hij ontvangt duizenden geïnteresseerde bezoekers per jaar. Die komen uit alle windstreken. Vooral vanuit China is er veel belangstelling. Van Esch: “Er was een prachtige ontvangstruimte, terwijl ik zag dat de stallen best een bende waren. Toch zou een wat meer commerciëlere aanpak voor ons Duinboeren misschien ook interessant kunnen zijn. Tijdens de terugweg werd hier in de bus volop over gediscussieerd. Wat zou bij ons passen en wat niet? Van dat soort gesprekken steek je veel op.”
De volgende dag werd onderzoeksinstituut Teagasc bezocht, dat zich bezig houdt met onderzoek naar kruidenrijk grasland. De Duinboeren namen een kijkje bij de graskruiden die op het terrein zijn ingezaaid. Er loopt een begrazingsproef om te onderzoeken wat het effect is van graskruiden ten opzichte van een honderd procent Engels raaigrasmengsel op de gezondheid van de koe en de melkproductie. Van Esch: “Ik vond het interessant te horen dat kruidenrijk grasland net zoveel kan opbrengen als gewoon grasland, maar meer planten bevat waar een koe gezonder van wordt. Ik wil kijken wat het doet en heb inmiddels thuis zelf ook een perceeltje ingezaaid.”
Nederlandse en Ierse boeren in een kruidenrijk grasland bij het onderzoeksinstituut Teagasc.
Boerin Jordan Molloy en haar man combineren weidegang met melkrobots. Hierbij wordt gewerkt met een stripgraassysteem waarbij de koeien twee of drie keer per dag een nieuw perceel wordt aangeboden via een gang door de robot. Ze hebben geen stal. Dit betekent dat de koeien zeker negen maanden per jaar niet aan huis komen. Om het gras zo goed mogelijk te benutten loopt de boerin ieder weekend een zogenaamde ‘farm walk’ waarin ze de grasproductie bekijkt. Door de efficiënte grasbenutting, de kleine hoeveelheid krachtvoer en de lage huisvestingskosten ligt de kostprijs onder de 23 cent en kunnen de Ierse boeren bijna 8 cent per liter melk verdienen.
Op de Ballendrum Dairy Farm vertelde boer Vincent hoe hij samen met zijn zoon bezig is met een opschaling van tweehonderd naar vierhonderd koeien. In tegenstelling tot Nederland is de melkveehouderij in Ierland sinds 2015 met vijftig procent gegroeid. De Duinboeren bekeken de grote melkcarrousel waarin veertig koeien tegelijk in worden gemolken: een indrukwekkend gezicht. Vincent kruist zijn vee voor een deel met Jerseykoeien voor een goede vruchtbaarheid en sterke loopbenen, want de koeien moeten zo’n twee tot vijf kilometer per dag naar de melkcarrousel wandelen. Van Esch: “Ik kon de graskuil daar op een kilometer afstand ruiken. Het gras wordt er groen ingekuild. De sappen van het kuilgras liepen zo over de vloer.”
Het welbekende bodemonderzoek van Carbon Valley waarbij degelijke katoenen damesonderbroeken in de grond worden gestopt was uiteraard onderwerp van gesprek tussen een groep Ierse boeren en de Nederlandse boeren. Een hilarische discussie volgde: wanneer het gevaarte als een dun stringetje uit de grond komt, dan is er sprake van goed bodemleven. Alle Ierse boeren kregen een Nederlandse onderboek cadeau; wat je noemt een ludiek relatiegeschenk!
Onderzoekster Carmen Versteeg deelt onderbroeken uit om in te graven.
Ook Ierse boeren zetten ze zich in voor een kleinere CO2-voetafdruk. Naast het lange weideseizoen werken ze aan efficiënt stikstof-, drijfmest- en energiegebruik en aan een gezonde genetica van de koeien. Onderzoeksinstituut Teagasc heeft deze pijlers beschreven in de brochure ‘The Dairy Carbon Navigator’. Deze is te downloaden: https://www.teagasc.ie/publications/2019/the-dairy-carbon-navigator.php
De grootste waarde van de studiereis naar Ierland zit voor Van Esch in het onderlinge contact en de uitwisseling van kennis tussen de boeren. “Normaal is daar geen tijd voor, maar tijdens zo’n trip wel. Je kunt van elkaar leren en je hebt elkaar nodig. Er ontstonden zelfs vriendschappen en je gaat een keer op elkaars bedrijf kijken. Als direct gevolg van deze reis heb ik met een collega samen voederbieten geteeld. Het reisje Ierland smaakt naar meer!”
De Duinboeren en -boerinnen bij boer Vincent op de Ballendrum Dairy Farm in Ierland.