Natuurlijk, veel mensen hebben een groot hart voor de natuur en hechten veel waarde aan natuurbehoud. Als particulier daadwerkelijk zelf investeren in een stuk natuur gaat een stap verder, maar is wel degelijk mogelijk. Ad en Ine de Kort uit Liempde deden dit, en zijn nu de trotse eigenaren van hun eigen leembos.
Wanneer Ad (73) en Ine (70) de Kort samen op ‘hun’ Kaatsche Plak staan, een stuk natuur van ruim zes hectare in het buitengebied van Gemonde, zijn ze gelukkig en trots. “Dit hebben we goed gedaan Ien”, stelt Ad terwijl hij een arm om zijn vrouw heenslaat. Met de aankoop en het beheer van de grond dragen ze wezenlijk bij aan het verhogen van de natuurwaarden in hun eigen leefomgeving. Daar ging wel een en ander aan vooraf…
Ad en Ine hebben allebei een groot hart voor natuur. Ad: “Al mijn hele leven wandel ik veel, kijk ik rond en verwonder ik me.” Ine: “Ik ben eigenlijk meer van de stad, maar sinds ik in Brabant woon, ben ik de natuur ook enorm gaan waarderen. Het is hier zo mooi!” Ad groeide op in Goirle, Ine werd geboren in Den Bosch. Ze woonden jarenlang in Gouda, waar ook hun drie kinderen werden geboren. Ine: “We wilden onze kinderen laten opgroeien in een rustige en groene omgeving.” In 1988 streken ze neer in Liempde, waar Ad directeur werd van de plaatselijke basisschool. “Jaarlijks namen we als school deel aan de Nationale Boomplantdag, in samenwerking met Natuurwerkgroep Liempde. Ik ben toen direct lid geworden van die club.” Ook Ine werkte jarenlang in het onderwijs en zat twintig jaar in het bestuur van Wielervereniging Schijndel (zoon Koen is een bekende ex-profwielrenner). Ad is uiteindelijk 18 jaar voorzitter geweest van de Liempdse natuurclub en is nog altijd betrokken bij Stichting Natuurprojecten Liempde, Populierenwerkgroep Het Groene Woud en Hoogstambrigade Het Groene Woud.
Eensgezind: “We vinden het belangrijk om natuur ook voor de generaties na ons te behouden en om er dus goed voor te zorgen.” Ze speelden al langer met het idee om een stuk grond te kopen. Maar waar en hoe precies? En wat kost dat? Wanneer in 2019 de straatprijs van de Postcodeloterij in hun straat valt, zijn ze het snel eens over de besteding van het geld. “We wilden het liefste iets in Liempde kopen, maar dat lukt niet echt. Toen attendeerde Ger van den Oetelaar ons op een stukje grond in het buitengebied van Gemonde. Het ging om 1,7 hectare aan de Kaatse Hoeve, grenzend aan de Beekse Waterloop.” Het betrof landbouwgrond en er stonden nog koeien op, maar omzetting naar natuurgebied was mogelijk. Ad en Ine lieten de grond taxeren waarna ze het perceel in 2021 kochten. De betreffende boer heeft de grond nog een jaar gepacht. Ad: “Voor de aankoop hebben we subsidie gekregen van het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB). Daarmee werd het grootste deel van het aankoopbedrag gedekt. Vrienden met kennis van zaken hebben ons geholpen om tot een goed plan te komen. Dat is essentieel. Met een goed plan is er veel mogelijk. Wanneer je zelf geen mensen kent, zijn er allerlei organisaties bij wie je aan kunt kloppen. Het Groene Woud, ARK Rewilding, Brabants Landschap, natuurorganisaties. Er zijn veel deskundigen en adviseurs bij dat soort organisaties en verenigingen die mee willen denken. Mensen delen graag kennis en kunde. Aarzel dus niet om daar ook naar te vragen.”
Het bleef niet bij 1,7 hectare. Aan de andere kant van de Beekse Waterloop en ten noorden langs de waterloop lag een stuk ongebruikte grond van 5,8 hectare, eigendom van Staatsbosbeheer. Ad en Ine hadden interesse, maar Staatsbosbeheer mag niet aan particulieren verkopen. In goed overleg heeft ARK dit stuk grond toen aangekocht en ingericht door er achtduizend bomen en struiken op te planten. Daarna namen Ad en Ine de grond over tegen marktwaarde. “Het onderhoud valt wel mee”, stelt Ad. “De voormalige eigenaar maait het gras twee keer per jaar om de grond te laten verschralen. Het hooi mag hij houden, dat is prima geregeld.” De wilgen knotten Ad en Ine zelf. Soms schakelen ze vrijwilligers in. Zo werden ze laatst geholpen door leden van Natuurgroep Gestel. “Door te snoeien geven we jonge aanplant ruimte om te ontwikkelen. We zorgen er ook voor dat er geen wildgroei aan bijvoorbeeld braamstruiken ontstaat. Uiteindelijk willen we bloemrijk grasland realiseren, vol orchideeën en andere bloemen. En langs de waterloop een beekbegeleidend leembos. Een deel van de werkzaamheden die nodig zijn laten we uitvoeren en dat betalen we met de subsidie die we krijgen. Om natuuroevers te realiseren hebben we de oevers van de B-watergangen laten afgraven. Nu hebben we er al een das gezien.” Ook de raaf, de houtsnip en vossen zijn gesignaleerd. Doelsoort is de waterspitsmuis, die moet straks volop te vinden zijn op de Kaatsche Plak.
De fladderiep is dé boom voor natte leemgrond, zoals die van de Kaatsche Plak. De drie belangrijkste exemplaren staan midden op het veld. “Die zijn voor onze kleinkinderen. Voor ieder één. We hopen dat zij hier over twintig jaar nog graag komen en dan trots zijn wanneer ze hun eigen, inmiddels dikke iep zien staan.” De naam ‘Kaatsche Plak’ was snel gevonden. Ine: “Een ‘plak’ is gewoon een gebiedje. De naam geeft helder de locatie aan, lekker simpel.” Het eerste aangekochte deel is voor publiek toegankelijk. Er staat een fraai toegangshek direct aan de Kaatse Hoeve, met daarin een poortje voor wandelaars. Ook is er een bankje geplaatst. Ine: “We hebben er nog maar één keer wat rommel gevonden. Aan het pad kunnen we zien dat er veel gewandeld wordt.”
Enkel beren op de weg zien wanneer je als particulier een stuk natuur wilt aankopen en inrichten? “Dit is echt niet nodig”, zo stelt Ad. “Wel is het belangrijk om vast te houden aan je doel. En ga niet aan een dood paard trekken. Wanneer bijvoorbeeld het waterschap duidelijk ‘nee’ zegt, accepteer dit dan en schakel over naar plan B.” Inmiddels heeft provincie Noord-Brabant de Kaatsche Plak benoemd tot landgoed. Niet per se belangrijk, maar handig om het nalatenschap goed te regelen. “En het klinkt ook wel goed”, lacht Ine. Ad: “Juist natuur maakt een samenleving prettig om in te leven. Wanneer ik naar de politieke ontwikkelingen kijk maak ik me best zorgen. Maar wanneer we hier dan rondleidingen geven of met vrijwilligers aan het werk zijn, ben ik direct weer positief gestemd.”