U bevindt zich hier: Home > Organisatie > Nieuws > Nieuwsarchief > Onderzoek: Hoe voedzaam zíjn bomen eigenlijk?
Waar het rantsoen van de huidige melkveehouderij vooral bestaat uit gras, maïs en krachtvoer zien veehouders regelmatig dat hun koeien ook van bomen eten. Dit ‘browsen’ langs bomen roept de vraag op: hoeveel voederwaarde hebben de bladeren eigenlijk voor koeien en geiten? Op tien melkveebedrijven is dit onderzocht.
In een proef zijn de bladeren van de es, de els en de wilg langs de meetlat gelegd. De proef werd uitgevoerd op tien melkveebedrijven in Noord-Brabant en Utrecht, op klei en op zandgrond. Het ging om goed ontwikkelde bomen van circa vijf jaar oud. Hier is in de zomer van 2013 drie keer het blad bemonsterd: in juni, juli en september.
De proef leverde veel inzicht op in de voederwaarde van de drie bomen. Zo werd duidelijk dat:
Een greep uit enkele andere conclusies:
Uit wildcamera-opnames bij een proefveld op het melkveebedrijf van Mts van Balkom in Helvoirt bleek dat de wilg hoge ogen gooit onder ‘browsende’ koeien, zelfs onder jonge kalveren. Daarbij viel op dat de wilgen die breed uitgroeien vaker werden gebrowsd. De varianten die gekweekt worden voor de snelle groei van biomassa hebben als voederboom weinig toe te voegen: ze beschikken over te weinig kleine zijtakken en zijn al snel te hoog en te houtig om van te eten.
Het onderzoek naar de voedingswaarde van voederbomen maakt onderdeel uit van het Europese project AGFORWARD 2014-2017 en is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Agroforestry Systems. Download hier het volledige artikel uit V-focus met een link naar het tijdschrift.