U bevindt zich hier: Home > Organisatie > Nieuws > Nieuwsarchief > Verbeterd landgebruik levert euro's op, ook bij hoge intensiteit
Agrariërs die streven naar 60% blijvend grasland en 20% grasklaver, afgewisseld met maïs, kunnen ervan uitgaan dat de organische stof en bodemkwaliteit van hun minerale gronden verbeteren. Dat blijkt uit een studie uit 2016. Het levert een bedrijf met 18.000 kilo melk per hectare zelfs een jaarlijkse opbrengst op van 7.500 euro extra op bedrijfsniveau. Bij een intensiever gebruik is het voordeel 1000 euro lager, maar dus nog steeds 6500 euro.
Dat blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van Carbon Valley. Waar het onderzoek in 2016 nog uit ging van een bedrijf met 47,5 hectare grond en 18.000 kilo melk per hectare is de oppervlakte in het nieuwe onderzoek teruggebracht naar 34 hectare, met een intensiteit van 25.000 kilo melk per hectare. Hierbij is tevens verandering van het landgebruik (blijvend grasland en de teelt van gras, rode en witte klaver in vruchtwisseling met maïs) doorgerekend om de benodigde verbetering te bereiken van het organische stofgehalte en de bodemkwaliteit in het algemeen.
Dankzij de verbetering van de bodemkwaliteit in combinatie met de teelt van grasklaver stijgt de voerproductie, zo laat het onderzoek zien. Dat levert meteen voordeel op in voerkosten, zowel bij 18.000 als 25.000 kg melk per hectare. Opvallend verschil tussen de resultaten van 18.000 en 25.000 kg melk: bij de extensievere variant wordt vooral op ruwvoerkosten bespaard; bij de intensievere variant is juist een besparing op krachtvoerkosten te verwachten door de hogere opname van weidegras.
De proef heeft ook de kosten in beeld gebracht van bemesting, loonkosten en mestafvoer. Hierbij stijgen de teelkosten, maar dit resulteert ook in een hogere voerproductie door verbeterd bodemgebruik.
Alle plussen en minnen tegen elkaar afgezet is de conclusie:
Foto: 20% gras, rode en witte klaver is een belangrijk onderdeel van het landgebruik van een melkveebedrijf op minerale gronden voor totale opbrengst, eiwit, N-levering aan maïs en biodiversiteit. Bron: Jan de Wit