“Je moet elkaar iets gunnen.” Samenwerking tussen veehouders en boomkwekers begint bij communicatie en vertrouwen

Publicatiedatum: 19 september 2019

Simpelweg met elkaar in gesprek gaan, vormt het begin van bijna iedere vruchtbare samenwerking. Deze vaststelling vormde een belangrijke conclusie tijdens de bijeenkomst tussen ruim twintig veehouders, boomkwekers en loonwerkers. Op dinsdag 13 augustus jl. zochten ze elkaar op om van gedachten te wisselen over samenwerkingsmogelijkheden. De bijeenkomst was een initiatief van Stichting Duinboeren en het Louis Bolk Instituut als onderdeel van het project Carbon Valley, dat zich richt op het realiseren van meer organische stof in de bodem. Het bedrijf van Wim van Gorp, varkenshouder en boomteler in Udenhout, vormde de gastvrije locatie.

“Wij dronken om te beginnen gewoon een kop koffie”, zo vertelt Wim van Gorp (54) enthousiast over zijn samenwerking met geitenhouder Gijs van Rooij (27) uit Drunen. “We leerden elkaar jaren geleden kennen toen Gijs stage bij me liep. Gijs is een betrouwbare partner en ik denk dat hij mij ook zo ziet. Daar begint alles mee.”

Graan en veldbonen in plaats van maïs

Wim had grond over en Gijs kwam grond tekort. In goed overleg en op basis van heldere financiële afspraken heeft Gijs dit jaar vijf hectaren grond van Wim gepacht en daar een mengsel van zomergraan en veldbonen op gezaaid. Vaak wordt in de voorbereiding op de boomteelt eerst een of twee jaar maïs geteeld om de bodem ‘tot rust te laten komen’, voorheen ook door Wim. Maar maïs komt de bodemkwaliteit niet ten goede. Graan verbetert de bodemstructuur wél en laat meer organische stof achter dan maïs. De veldboon brengt bovendien langzaam vrijkomende stikstof in de bodem.

Eerder oogsten

“Maïs wordt vaak pas in de loop van oktober geoogst. Een groot voordeel van graan en veldbonen is dat het oogstmoment al begin september ligt”, aldus Wim. “Dit betekent dat ik mijn grond eerder in het seizoen kan gaan gebruiken om hagen en struiken te planten. Ik ben er de piek in werkdrukte mee voor en de zware kneusmachines rijden in de natte oktobermaand de grond niet meer kapot.” Het gewas wordt door Gijs van Wim gekocht en geoogst. Hij gebruikt het als voer voor zijn geiten. Gijs: “Ik kom grond te kort om qua voedselvoorziening voor de geiten helemaal zelfvoorzienend te zijn. Daarom is het mooi dat ik wat grond van Wim kan gebruiken.”

Mestuitwisseling

Al vier jaar wisselen Wim en Gijs ook mest uit. Gijs: “Varkensmest is niet zo geschikt voor boomteelt, maar wel voor mijn geitenbedrijf en andersom is voor bomen geitenmest weer beter. Het is een mooie wisselwerking.” Wim is het roerend met hem eens. “We worden er allebei beter van.” Wim onderstreept ook het belang van wederzijds vertrouwen om tot goede samenwerking te komen. “En je moet elkaar iets gunnen, dat is ook essentieel!” De heren geven de komende jaren zeker nog vervolg aan hun samenwerking.

Andere mogelijkheden tot samenwerking

Door de aanwezigen werden tijdens de middag nog andere mogelijkheden tot samenwerking tussen boomkwekers en veehouders geopperd, waaronder:

  • Het uitproberen van andere combinaties van winter-/zomergranen en vlinderbloemigen, al blijkt de veldboon vaak het meest praktische gewas te zijn. Volgens de melkveehouders valt het tegen om GPS (Gehele Plant Silage) te voeren, de voorkeur gaat duidelijk uit naar de korrel. Japanse haver kwam ook ter sprake. Daarbij is wel alertheid vereist voor de verwelkingsziekte Fusarium. Eiwit wordt in de toekomst steeds belangrijker.
  • Gijs pacht van Wim, maar uitruil van grond is ook mogelijk.
  • Een boomkweker heeft vaak tijdelijk ongebruikte overhoeken. Deze kunnen voor een bepaalde periode gebruikt worden door een veehouder. Deze overhoeken lenen zich ook goed om op kleine oppervlakten met gewassen en rassen te experimenteren en zo te kijken hoe ze de boomkweker en veehouder bevallen.

 

Share this article

 

Overige berichten

... in Het Groene Woud